Onderzoeksteams: Yogjakarta, Kumasi, Tbilisi

Parallel aan de tentoonstelling Soft City biedt Stroom drie presentaties door onderzoeksteams (rondom Haagse architecten, kunstenaars en ontwerpers) die gericht zijn op de invloed van informele sociale en culturele structuren op de inrichting van de steden Yogjakarta (Ingrid Mol en Krijn Christiaansen), Kumasi (Ralf Pasel, Immanuel Sirron-Kakpor, Remy Janssen) en Tbilisi (Onno Dirker, Ergün Erkoçu en Peter Zuiderwijk).

Zie ook: PITCH lezing op 30 september 2009

Yogjakarta (Indonesië)
Krijn Christiaansen en Ingrid Mol

Diorama 3, Gotong Royong 16 augustus 2009
Het diaroma is van 16 oktober t/m 10 januari 2010 opgenomen in de tentoonstelling Beyond The Dutch in het Centraal Museum in Utrecht.
In Indonesië wordt nauwelijks gebruik gemaakt van kaarten om de weg te wijzen in de kampong, de stad of het land. Indonesiërs navigeren aan de hand van bont gekleurde Gapura's (toegangspoorten voor de kampong), figuratieve sculpturen en reclameborden als punten op een denkbeeldige kaart. De presidenten Soekarno (1945 -1966) en Soeharto (1966 -1998) hebben dankbaar gebruik gemaakt van de visuele instelling van de Indonesiërs. Zij lieten de geschiedenis vertalen in diorama's die je in het hele land terugvindt. Dat er middels deze diorama's meestal aan geschiedvervalsing wordt gedaan valt nauwelijks op door de vertelstijl.

Ingrid Mol en Krijn Christiaansen kennen elkaar vanuit een residency programma van Heden Den Haag en Cemeti Arthouse Jogjakarta waarvoor ze ieder afzonderlijk 3 maanden in Jogjakarta verbleven. De manier waarop de bewoners zelf, veelal zeer figuratief, hun leefomgeving vormgeven intrigeerde hen allebei. Het wekte de indruk dat iedereen afzonderlijk maar een beetje aanrommelde zonder enige vorm van regie. Na verder onderzoek bleek echter het tegenovergestelde: de meeste ingrepen in de publieke ruimte zijn van hoger hand bepaald en worden slechts uitgevoerd door de bewoners van de kampong.

In samenwerking met Greenmap Yogyakarta hebben Krijn en Ingrid de publieke ruimte van de kampongs, Badran en Ledok-Jagalan in kaart gebracht. Dit onderzoek is vertaald naar een ontwerp voor drie diorama's die - op een versimpelde manier - verbeelden met welke elementen een kampong anno 2009 in Jogjakarta is ingericht en georganiseerd. Een van de drie diorama's is uitgevoerd en is hier nu te zien.

Tijdens het bezoek aan Jogjakarta spraken ze met Pak Primanto, een docent letterkunde aan de universiteit. Hij toonde zijn studenten in de jaren '90 ‘illegaal' de documentaire ‘Riding the Tiger' van de Australiër Curtis Levy om hun een juist beeld te geven van de Indonesische geschiedenis. Een fragment van deze documentaire wordt getoond bij het diorama om deze in het juiste historische perspectief te zetten.

Technische en visuele realisatie van het diorama: Duvrart Angelo, bekend onder de naam Angee, en zijn team.

Met dank aan: Nga Tono (coördinatie), Greenmap Yogyakarta, Yoshi Fayar Kresna Murti (IVAA), Hersumpana (YPR), Anang, Eko Prawoto, Melissa, Primanto (onderzoek) en alle kampongbewoners, Pak RT's en Pak RW's.


Tblisi (Georgië)
Peter Zuiderwijk, Onno Dirker en Ergün Erkoçu

Voor meer informatie zie Ondertussen presentaties: klik hier

Working on cities: Ghana Atelier 2009
Ayigya, Kumasi (Ghana)
Ralf Pasel, Immanuel Sirron-Kakpor, Remy Jansen en andere studenten van de Academie van Bouwkunst Rotterdam, IHS en KNUST

In het kader van het 'Working on Cities' programma hebben 36 studenten van de Academie van Bouwkunst Rotterdam, het Institute for Housing and Urban Development Studies en de Kwame Nkrumah Universiteit voor Wetenschap en Technologie in Kumasi, onderzoek gedaan naar de sociale, economische en culturele structuren van informele nederzettingen in Kumasi (Ghana). Het doel van de ontwerpstudio was om met het inzicht in de onderliggende structuren van deze wijken bij te dragen aan betere woon-en leefomstandigheden van de arme bevolking.

De studenten hebben zich gericht op de specifieke kwaliteiten die schuilen in informaliteit: de efficiëntie en creativiteit in het omgaan met de beperkte beschikbaarheid van ruimte, materiaal en geld. Dit leidt tot een grote zelfwerkzaamheid van de bewoners, duurzaamheid in het hergebruiken van materialen en een aanstekelijke levendigheid, die er vooral vanaf de buitenkant erg aantrekkelijk uit ziet. Deze informaliteit heeft ook een keerzijde, bijvoorbeeld in het niet aangesloten zijn op riolering, waterleiding en electriciteit, afwezigheid van voorzieningen, het afgesneden zijn van infrastructuur, het continu moeten bewegen tussen regels en regelgeving en de onderlinge strijd tussen religies en culturen.

In de ontwerpstudies zijn steeds de aanwezige kwaliteiten ingezet om gesignaleerde problemen op te lossen, zodat de kenmerkende levendigheid behouden blijft en zelfs versterkt wordt. De studenten hebben zich in teams met verschillende aspecten van de informele nederzettingen bezig gehouden, zoals groene ruimte, woningbouw, infrastructuur en voorzieningen. Het team met onder meer Immanuel Sirron-Kakpor en Remy Jansen onderzocht de mogelijkheden van een stedelijke ontwikkeling gestuurd door commerciële activiteiten, zoals de straatverkoop van voedsel. Hun voorstel behelst het definieren van een zogenaamde stedelijke corridor die een structuur biedt voor commerciële activiteiten, die op hun beurt weer aanleiding vormen voor woningbouw, openbare ruimte en voorzieningen.

Het ontwerpatelier werd geleid door ‘visiting professors' Ralph Pasel en Franziska Sack (Pasel.Künzel architects), Ellen Geurts en Allonso Alaya (IHS) en George Intsiful (KNUST).