Jan Snoeck, La nostalgie de la lumière totale, Paul Eluard, 2000
Centrum Den Haag: Spui - Grote Marktstraat - Kalvermarkt
Herkenbaar en toegankelijk dat zijn de beelden van Jan Snoeck
(1927). Iedereen kent zijn wormvormige figuren. Hij heeft er in de loop
van zijn carrière vele gerealiseerd op de pleinen en in de straten van
ons land. In het begin heeft Snoeck nog beelden van steen, hout en
metaal gemaakt. Soms zijn dat abstracte sculpturen, maar soms ook haast
figuratieve beelden, zoals zijn 'Rasp' in Den Haag. Sinds de jaren
zestig werkt hij in klei. De beeldhouwer stapte op dit materiaal over
omdat hij graag met kleur wilde werken.
Kenmerkend voor de beeldtaal die Snoeck heeft ontwikkeld, is de
eenvoud. Hij brengt alle dingen terug tot hun essentie. Inspiratie
hiervoor vindt Snoeck bijvoorbeeld in de archaïsche, Griekse en
Egyptische sculptuur. Daarnaast voelt hij zich verwant met de oude
Amerikaanse beschavingen. In de textiel, schilderkunst en grafiek die
Snoeck gemaakt heeft, kom je een vergelijkbare beeldtaal tegen als in
zijn beelden: zachte, heldere vormen en veelal primaire kleuren.
Op het moment dat Snoeck in klei ging werken, ontstond direct een thema
dat als een rode draad door zijn oeuvre is blijven lopen: de worm. Ook
in zijn sokkelbeeld komt deze vorm voor. De worm is de meeste
rudimentaire vorm die je in klei kunt maken. Het is een oervorm die
voor Snoeck naar de mens verwijst en tegelijkertijd naar het
goddelijke. Net als de mens liggen, staan, zitten en lopen de wormen.
De worm voor het sokkelbeeld zit comfortabel op een stoel.
De beeldhouwer koos voor zijn sokkelbeeld de poëtische benaming: La
nostalgie de la lumière totale (letterlijk: de nostalgie van het totale
licht) als titel. Het blijkt een regel uit een gedicht van Snoecks
geliefde Franse schrijver/dichter Paul Eluard. Net als in zijn overige
werk draait het voor Snoeck in dit sokkelbeeld uiteindelijk om de
essentie van de mens.
Terug naar overzicht De Beeldengalerij van P. Struycken
website Jan Snoek
- 2000