Arjanne van der Spek, 2005, Gisteren staat, Morgenstond, Beton met pigment foto: Renate Boere, Cas Marks, Laurens van der Pool
Arjanne van der Spek, 'Gisteren staat, Morgenstond', 2005
Een lantaarnpaal met bollamp bovenop een stapel bouwmateriaal. Daaruit bestaat ruwweg het sokkelbeeld van beeldhouwer Arjanne van der Spek (1958). In de titel 'Gisteren staat, Morgenstond' heeft zij een woordspeling verwerkt, die verwijst naar de inspiratiebron voor haar kunstwerk. Morgenstond is één van de Haagse wijken die Van der Spek doorkruiste op zoek naar gewone dagelijkse voorwerpen voor haar beeld. Ze wilde namelijk voor de wijk representatieve elementen naar het centrum van Den Haag halen. Vermoedelijk om nu eens ín dat centrum, dat altijd al in de spotlights staat, de aandacht te vestigen op de periferie.
Aldus ontstond een beeld samengesteld uit een hoop zand, een stapel stenen en een typische jaren zeventig lantaarnpaal. Van der Spek boetseerde eerst het hele beeld om het vervolgens in beton met zandkleurig pigment af te gieten. Wat opvalt is het buitengewone grote formaat van de stenen. Ook wonderlijk zijn de rode zegels of medailles, die her en der op het beeld zijn aangebracht. Ze verwijzen naar de rode lantaarns in het Haagse, Chinese restaurant waar Van der Speks idee gestalte kreeg.
Met het ruwe oppervlak en de schijnbaar lukraak bijeengebracht elementen is Gisteren staat, Morgenstond een voorbeeld van Van der Speks ongepolijste kunst. Haar sculpturen komen intuïtief tot stand vanuit een diepgeworteld beeldhouwersinstinct. Maar anders dan het beeld in het Haagse centrum is haar kunst meestal non-figuratief. Abstract of figuratief: beide zijn lastig te duiden. Voor Van der Spek staat voorop: ‘[...] dat je iets vreemds laat zien dat toch klopt. Eigenlijk probeer ik met heel normale middelen iets te maken dat je nog nooit hebt gezien.'* En dat is nu precies wat ze met 'Gisteren staat, Morgenstond' heeft gedaan.
* Citaat uit ten geleide door Franz Kaizer in: ‘Twaalf beelden van Arjanne van der Spek/Galerie Tanja Rumpff', Haarlem, 1992.